Wat is een aarskloof?

Een aarskloof (anuskloof, anale fissuur) is een kloof of een scheurtje in de huidplooien rond de aars of anus. Aarskloven komen praktisch even vaak voor bij mannen en vrouwen, met een piek tussen de 30 en 50 jaar. Ook jonge kinderen kunnen er last van hebben. Bij hen is het zelfs de frequentste anale aandoening. Boven de 70 jaar is de aandoening zeldzaam.
Een aarskloof ontstaat meestal door een kwetsuur tijdens de ontlasting. Ongunstige factoren zijn harde stoelgang (obstipatie), darmontsteking, misbruik van laxantia, of langdurig gebruik van corticosteroïden rond de anus.
Vaak wordt een aarskloof verward met aambeien, omwille van de pijn en de bloeding bij de stoelgang.

Wat zijn de symptomen van een aarskloof?

Door het grote aantal zenuwen in de regio van de aars is een aarskloof bijzonder pijnlijk. Typisch is de hevige pijn die tijdens of enkele minuten na de ontlasting optreedt. Nadien gaat dit over in een doffere pijn die zelfs uren kan aanhouden. Nadien blijft de pijn weg tot een volgende ontlasting.
Door het scheurtje van de huid kan er ook verlies van enkele druppels bloed optreden. Men ziet dit op het toiletpapier of in het toilet zelf. Bij kinderen is dit trouwens het belangrijkste teken.
Bij kinderen kan dit ook leiden tot verstopping.

Ziekteverloop van een aarskloof

Bij patiënten met een normale anale sfincterdruk zal een fissuur meestal vanzelf weer genezen. Echter bij een verhoogde sfincterdruk is het helingsproces erg slecht. Door de verhoogde druk is de bloedcirculatie sterk verminderd maar ook de stoelgang wordt moeilijker en vooral pijnlijker. Dit kan lijden tot een viscieuze cirkel van; pijn – ophouden van de faeces – obstipatie – sfincterkramp – verminderde bloedcirculatie. Na twee maanden kan men dan spreken van een chronische fissuur. Als de klachten al lang aanslepen mag men weinig hoop stellen op spontane genezing.

Wat kan je er zelf aan doen?

In recent opgetreden vormen kan men soms voldoende resultaat bereiken met de volgende 3 handelingen.
1. Er moet gezorgd worden dat de stoelgang minder hard is. Dit kan gebeuren door extra vezels aan de voeding toe te voegen. Soms moet men zijn toevlucht nemen tot medicatie die ervoor zorgt dat er meer vocht in de darmen achterblijft. Zo wordt de stoelgang vanzelf malser.
2. Warme zitbaden en voldoende anale hygiëne kunnen de pijn verder verlichten.
3. Zinkzalf of zetpillen met plaatselijk verdovende en wondhelende medicatie.