Situering van darmkanker

Eén persoon op veertig zal darmkanker krijgen. Darmkanker (colorectale kanker) is in België de tweede frequentste vorm van kanker. Deze kanker komt vooral voor na de leeftijd van 40 jaar. De frequentie ervan verdubbelt echter ongeveer tijdens elke 10 jaar tussen 40 en 80 jaar.

Het gaat hier om een echte beschavingsziekte te wijten aan slechte voedingsgewoonten. Uit studies blijkt dat hoe groter het verbruik van groenten en fruit (en dus van vezels) is, hoe lager het risico op darmkanker is. Omgekeerd werkt het eten van eiwitrijk voedsel en vooral van rood vlees darmkanker in de hand. De fastfood keuken is wat betreft darmkanker rampzalig: teveel eiwitten en veel te weinig vezels.
Er zijn evenwel nog andere oorzaken van darmkanker. Darmpoliepen (dit zijn kleine goedaardige gezwelletjes aan de binnenzijde van de darm) vormen ook een risico op ontaarding. Daarom is het belangrijk dat ze opgespoord en verwijderd worden. Van de zestigplussers ontwikkelt 30% een poliep, maar slechts 5% van die poliepen ontaardt in een kanker.
Chronische ontsteking van de darmen kan op termijn ook tot kanker leiden, zoals bij colitis ulcerosa.

Darmkanker komt het meest voor bij personen zonder enige aanwijzingen voor verhoogd risico. Ongeveer één vierde van de darmkankers treedt echter op bij personen met een aanwijsbaar verhoogd risico, hetzij door voorkomen in de directe familie, hetzij door persoonlijke aanleg. Voor deze groep (naar schatting ongeveer 15% van de bevolking) zijn strengere regels voor vroegtijdige opsporing opgesteld.

Darmkanker is een sluipende ziekte.

Het gezwel kan zich aanvankelijk ongestoord in de holte van de darm of in de buikholte ontwikkelen. Vandaar dat een darmkanker in een vroeg stadium eerder bij toeval wordt gevonden bij een onderzoek.
De eerste problemen treden pas op als de tumor reeds zover gegroeid is, dat de doorgang door de darmen moeilijker wordt. Op dat ogenblik zal de patiënt beginnen klagen van verstopping of van diarree. Mogelijk wisselen diarree en verstopping elkaar af. Bloedverlies langs de aars treedt op wanneer de tumor begint te bloeden. Ook wanneer andere aandoeningen van anaal bloedverlies aanwezig zijn, zoals aambeien of een aarskloof, dan nog moet men bedacht zijn op een verborgen darmkanker. Een gevoel van onwelzijn in de buik kan ook tot de klachten behoren. Sommige darmkankers produceren slijm en zo kan slijmverlies langs de aars een teken van darmkanker zijn.  Gewichtsverlies, anemie en een slechte gezondheidstoestand treden pas op in een vergevorderd stadium.

Opsporing via je huisarts

Vanaf 50 jaar verdient je stoelgang éénmaal per jaar extra aandacht op eventuele sporen van bloed. Je huisarts zal hiervoor waarschijnlijk de meest recente zogenaamde iFOB test inzetten ("immunologische test op Fecaal Occult Bloed"). Deze test reageert enkel op menselijk bloed.
Bij ongeveer twee patiënten op honderd zal deze test positief zijn. Als bloed in je stoelgang wordt gevonden, hoef je helemaal niet te panikeren: bij 100 personen bij wie bloed in de stoelgang wordt gevonden, hebben er maar 12 werkelijk poliepen. En we weten al dat slechts 5% van die poliepen kwaadaardig zal worden. Deze test is dus een onrechtstreekse test: hij zegt alleen dat verder onderzoek is aangewezen, niet dat je kanker hebt!

Bij mensen zonder verhoogd risico en met een negatieve FOB-test beveelt men aan om die test regelmatig te herhalen, met een interval van minimaal 12 en maximaal 24 maanden. Na een negatieve colonoscopie (dikkedarmonderzoek) wordt de screening na tien jaar hervat.