Wetenswaardigheden over haar en normaal haarverlies

Op ons lichaam zijn er verschillende soorten haren terug te vinden. We beperken ons hier tot het haar dat we normaal op de schedelhuid aantreffen. Op de schedelhuid staan er normaal zo'n 100.000 haarzakjes van waaruit de haren groeien. In deze haarzakjes mondt er ook een vetklier uit die het haar doet glanzen en het ook beschermt. Bij het verouderen, meer bij de man dan bij de vrouw, zullen het aantal hoofdharen langzaam verminderen. Deze "haaruitval van het mannelijke type" (alopecia androgenetica) begint al rond het twintigste en is sterk familiaal bepaald. Typerend is een wijkende voorste haargrens en kaalheid rond de kruin.

Het haar groeit volgens een bepaalde cyclus.
De eerste fase van deze cyclus is de groeifase. Die duurt zowat 800 tot 1500 dagen.
Daarna is er de korte overgangsfase van 2 tot 7 dagen.
Hierop volgt de rustfase die ongeveer 100 dagen duurt.
Na de rustfase valt het haar uit en blijft de follikel zowat 50 dagen leeg tot zich een nieuw haar begint te ontwikkelen en de cyclus herbegint.
Het hoofdhaar wordt dus voortdurend vernieuwd, en het is dus perfect normaal dat men dagelijks 50 tot 200 hoofdharen verliest.

Haar dat uitvalt is soms een teken van een ziekte.

Als je plots merkt dat je haar begint uit te vallen, moet je je dokter raadplegen. Meestal is er niets aan de hand en wordt het haarverlies niet erger. Veranderende hormoonspiegels zijn meestal de oorzaak. Normaal haarverlies kan versneld worden door zwangerschap, stress of orale contraceptiva. Na dit soort haarverlies komt het haar bijna altijd terug.

Veel aandoeningen brengen te behandelen en te voorkomen haarverlies mee. Met raad van je dokter kunt je, als je een schimmelinfectie of een klieraandoening hebt, je verloren haar weer terugkrijgen. En je kan er zelf voor zorgen dat je haar niet wordt beschadigd en onnodige of vroegtijdige haaruitval wordt voorkomen.

Wat is de juiste haarverzorging?

Bij sommigen is het haar of de huid gevoeliger voor chemische prikkeling dan bij anderen, het juiste haarproduct voor iedereen bestaat niet. De shampoos die worden verkocht bevatten over het algemeen chemische stoffen die surfactanten worden genoemd, om het haar te reinigen en om het te conditioneren. Andere toevoegingen (zoals lanoline, kruiden, ei, uterusextracten, collageen en zelfs bier) doen volgens sommige huidartsen weinig voor de verzorging van het haar, maar veel voor de verkoop van het product.

Het meest gebruikte primaire surfactant, natriumlaurylsulfaat, irriteert het haar niet zo erg en ook andere laurylsulfaten zijn veilig. De andere toevoegingen zijn echter niet even onschuldig. Soms hebben ze een gunstig effect, zoals zink- of lichte teershampoo tegen roos en vet haar. Proteïnen als gehydrolyseerd collageen zijn erg in en kleven als een laagje op het haar om het steviger en glanzend te maken. Uiteindelijk geeft dit dikke afzettingen op de haren. Alcohol en formaldehyde drogen het haar uit, waardoor de uiteinden splijten. Als je je zorgen maakt over beschadiging van je haar, kan je beter een eenvoudige shampoo met of zonder conditioner gebruiken, zonder dure extra toevoegingen.

Het probleem van vet haar lost men niet op door frequenter te wassen. Wel door de hoofdhuid niet te prikkelen en met zachtheid te behandelen. Eén maal per week een milde shampoo (babyshampoo) moet volstaan. Dagelijks gewoon spoelen met water op lichaamstemperatuur is OK, maar zonder hardhandige massage! Je zal zodoende snel beternis merken. Misschien ondervind je zo zelf nog dat je haar nog het gezondst blijft als je het vrijwel nooit meer inschuimt...