Het probleem bij verzwakking van de bekkenbodem

Ongecontroleerd urineverlies (incontinentie) komt voor op elke leeftijd, zowel bij mannen als bij vrouwen. Zo'n 20% van de bevolking heeft er ooit wel eens mee te maken, maar bij 5% (dat zijn 500.000 mensen in België!) vormt ongewild urineverlies een ernstige handicap.
Veel mensen durven er met niemand over praten. Wat heel jammer is, want met de hulpmiddelen en therapieën die vandaag ter beschikking staan, kunnen negen op tien gevallen van urineverlies sterk verbeterd worden. De helft is zelfs volledig te genezen. Naargelang de aard van het urineverlies en de manier waarop dit optreedt, maakt men  een onderscheid tussen verschillende types van urine-incontinentie. In de meeste gevallen is de incontinentie niet door ziekte veroorzaakt, maar wel door verzwakking van de sluitspier van de blaas, die verweven ligt in de bekkenbodemspieren. Ze zijn niet voldoende ontwikkeld, of ze zijn verslapt door een bevalling, of beschadigd door een ingreep en dus kunnen ze de urine niet goed ophouden. Men spreekt in dat geval van stress-incontinentie of inspanningsincontinentie. Stress betekent hier dus inspanning en heeft niets met zenuwachtigheid te maken. Het urineverlies treedt op bij hoesten, niezen, lachen... Wanneer de druk in de buikholte verhoogt, dan wordt een beetje urine uit de blaas geperst.
Een verzwakte bekkenbodem komt vooral voor na meerdere of zware bevallingen, in de menopauze door de hormonale veranderingen en na een operatie in de onderbuik.

Wat kan je arts doen?

Vraag vooraleer je zelf stappen onderneemt raad aan je arts. Er zijn een vijftal soorten van incontinentie (en mengvormen), met elk hun eigen beleid. Incontinentie door een prikkelbare blaas bijvoorbeeld (aandrangincontinentie) komt ook zeer vaak voor en vergt een andere aanpak.
Vaak kan de dokter uit het klachtenpatroon al afleiden om welk type van urine-incontinentie het gaat. Is dat niet het geval, dan zal hij bijkomende onderzoeken doen, waaronder een urine-onderzoek en een lichamelijk onderzoek. Geeft ook dat geen duidelijkheid, dan kan worden doorverwezen naar een uroloog voor een gespecialiseerd technisch onderzoek waarbij het plasmechanisme objectief wordt onderzocht.
Sommige geneesmiddelen werken ongewild urineverlies juist in de hand. Overleg hierover ook met je arts.
Vooraleer een behandeling te starten, zal je arts je wijzen op het juiste evenwicht tussen drinken, plassen en een normale plasfrequentie. Buitensporig veel drinken of geen tijd nemen om naar het toilet te gaan kunnen immers oorzaak zijn van ongewild urineverlies.  Normaal drinken we 1,5 liter vocht per dag en gaan we overdag om de twee tot vier uur plassen.
Zwaarlijvigheid of verstopping bevorderen urine-incontinentie. Daarom moeten deze factoren - indien aanwezig - altijd mee behandeld worden.

Wanneer de oorzaak van het urineverlies ligt in een verzwakte bekkenbodem, dan is de kans groot dat het probleem verdwijnt met regelmatige bekkenbodemspieroefeningen. Je dokter kan je daarvoor doorverwijzen naar een kinesitherapeut die je een reeks van deze oefeningen aanleert.

Train je bekkenbodem: goed voor incontinentie en goed voor de seks

Ook als je hiervoor bij de kinesist gaat, is het de bedoeling dat je thuis dagelijks oefent.
Maar je kan misschien ook zonder begeleiding leren hoe je je bekkenbodemspieren moet aanspannen en ontspannen.

Kom in beweging en verander je levensstijl
Als je te zwaar bent, wordt er extra druk uitgeoefend op de blaas. Door meer lichaamsbeweging en minder kalorierijke voeding kan je dan overgewicht kwijtraken.
Je levensstijl heeft verder meer invloed dan je denkt. Zo activeert de overconsumptie van dranken zoals thee en koffie je blaas en bevordert ze de episodes van drangincontinentie. Water drinken hoef je niet te laten: een slechte hydratatie kan het incontinentieprobleem zelfs verergeren en onder meer urineweginfecties in de hand werken.
Ook constipatie bevordert urineverlies. Eet daarom evenwichtig, met veel vezels.
Roken - en de chronische hoest die er vaak mee gepaard gaat - kan eveneens urineverlies veroorzaken of doen toenemen.

Toilet
Probeer tijdens het plassen eens enkele seconden je urine op te houden. Zo span je je bekkenbodemspieren op. Als je voortplast, ontspan je de spieren weer. Als dat lukt, kan je je bekkenbodemspieren ook opspannen en ontspannen als je niet plast. Let erop dat je geen andere spieren zoals je buik- of bilspieren mee opspant.

Stoel
Zoals verder nog aangegeven, zijn er verschillende eenvoudige oefeningen mogelijk.
Ga bijvoorbeeld op een harde stoel zitten, je voeten plat op de grond en je benen zo wijd mogelijk. Hou je rug recht. Probeer te knijpen met de spieren tussen je benen. Je voelt dan dat je bekkenbodem omhoog komt, dus los van de stoel. Zorg wel dat je je billen niet samenknijpt en ook je buik niet intrekt. Blijf ook goed doorademen bij al je oefeningen, ook bij  dagelijkse bewegingen zoals bukken, buigen en tillen. Hou je adem niet in, zet de adem niet vast, maar adem door bij deze bewegingen.
Probeer je spier drie seconden aangespannen te houden. Herhaal dit zo’n tien tot vijftien keer per sessie. Het is goed om dagelijks drie sessies te doen. Als je meer oefent, zul je ook beter de resultaten voelen.
Als je je goed bewust bent van je bekkenbodemspieren, kan je proberen je spieren op te spannen als je moet niezen. Zo maak je ze nog steviger.