Nieuwe knie: minder klachten, vaker complicaties

Het plaatsen van een totale knieprothese is al jaren een routine-ingreep, maar de chirurgische behandeling van patiënten met artrose van de knie was nooit in een degelijke studie vergeleken met een maximaal conservatieve behandeling (dus zonder operatie) waarbij oefentherapie en pijnstilling wordt gebruikt. Een Deense onderzoek in The New England Journal of Medicine bevestigt dat een nieuwe knie de klachten effectiever vermindert, maar toont ook het grote risico op postoperatieve problemen.

Søren Skou en collega’s verdeelden volgens het toeval 100 patiënten met matige tot ernstige artrose van de knie in twee groepen:
- een eerste volbracht een 12-weeks oefenprogramma in combinatie met paracetamol en ibuprofen, steunzolen en dieetadviezen,
- een tweede groep kreeg datzelfde programma nadat ook een totale knieprothese was geplaatst.
Als belangrijkste uitkomstmaat bepaalden de onderzoekers met een internationaal aanvaarde scorelijst na een jaar het functioneren wat betreft pijn, andere symptomen, dagelijkse activiteiten en kwaliteit van leven.

Mensen die waren geopereerd vertoonden een significant sterkere verbetering dan patiënten die niet meteen een nieuwe knie hadden gekregen. Toch ondervonden ook de patiënten die eerst met oefentherapie behandeld waren, duidelijk minder hinder van hun kniegewricht. Bovendien kregen de chirurgisch behandelde patiënten veel vaker een ernstig bijkomend probleem. Dat ontstond soms in de knie, zoals een wondinfectie, maar soms ook elders in het lichaam, bijvoorbeeld een veneuze trombose. Van de 50 patiënten die initieel voor de conservatieve arm geloot hadden, kreeg weliswaar een kwart wegens het persisteren van de klachten binnen de follow-upduur van 12 maanden alsnog een prothese.