Wat doet de schildklier?
De schildklier zit aan de voorkant van je hals, onder de adamsappel. Deze inwendige klier maakt een hormoon aan (schildklierhormoon of thyroxine) dat de stofwisseling in heel uw lichaam stimuleert.De werking van de schildklier zelf wordt vanuit de hersenen geregeld. De schildklier wordt namelijk 'bestuurd' door een stofje (TSH) uit de hypofyse in de hersenen. Dat TSH (thyroxine stimulerend hormoon) prikkelt de schildklier die aan het 'werk' gaat. Normaal zit er een soort evenwicht tussen die twee. Veel TSH betekent veel thyroxine, maar bij te veel thyroxine geeft datzelfde thyroxine een signaal aan de hersenen met de boodschap: 'even kalmpjes aan met TSH, ik heb even genoeg'.
Schildklieraandoeningen zijn meestal van onbekende oorsprong
De meest voorkomende ziekten van de schildklier zijn auto-immuunziekten. Dit zijn ziekten waarbij je antistoffen aanmaakt tegen je eigen lichaam, in dit geval tegen de schildklier. Deze antistoffen kunnen je schildkier te langzaam of te snel doen werken. De oorzaak van auto-immuunziekten is nog niet bekend.Erfelijkheid, omgevingsfactoren, stress, virussen en bacteriën, alsook vrouwelijke hormonen spelen een rol.
Schildklierpatiënten hebben vaker familieleden met schildklieraandoeningen of diabetes.
Andere oorzaken kunnen zijn: een operatie aan de schildklier, bestraling van de hals, behandeling met radioactief jodium, en gebruik van bepaalde geneesmiddelen (die lithium of jodium bevatten).
Om nog ongekende redenen, komen zowel te langzaam werkende (hypothyreoïdie) als te sterk werkende (hyperthyreoïdie) in onze streken ongeveer negen maal zo frequent voor bij vrouwen als bij mannen. Jodiumtekort speelt hier zeer waarschijnlijk een rol.
Bij globale opzetting van de schildklier spreekt men van krop of struma.
In jouw geval heeft men een knobbeltje ontdekt en hier gaat deze folder dan ook verder over.
Noteer dat toename van beeldvormend onderzoek voor gevolg heeft dat heden vaker (subklinische) schildkliernoduli vastgesteld worden ("incidentalomen"). Er zijn aanwijzingen dat op de leeftijd van 20 jaar ongeveer 15% van de mensen noduli vertonen, op de leeftijd van 50 jaar ongeveer 50%, en op de leeftijd van 80 jaar 100%.
Wat kan je zelf doen?
Het is bekend dat de schildklier voor een goede functie afhankelijk is van voldoende jodium.Een mens heeft gemiddeld tussen de 100 en 350 microgram jodium per dag nodig (1 microgram is 1/1000 milligram).
Jodiumtekort leidt vooral bij zwangere vrouwen en kleine kinderen tot gezondheidsproblemen. Het meest opvallende probleem is opzwelling van de schildklier (krop). In België heeft ongeveer 1 vrouw op 6 krop tijdens de zwangerschap! En er bestaan nog talrijke meer ernstige gevolgen van jodiumtekort.
Maar een teveel aan jodium is ook niet goed. Dat leidt tot overbelasting van de schildklier. De veilige bovengrens ligt voor gezonde mensen op 600 - 1000 microgram per dag.
Meer evenwichtig eten met meer zuivel en vooral meer vis en andere zeeproducten op tafel is een oplossing. Vervang ook alle gewone keukenzout door zout met extra toevoeging van jodium.
Het schildklierhormoon wordt in de schildklier onder andere uit jodium gemaakt. Bij een patiënt die behandeld wordt met schildklierhormoon, is de hoeveelheid jodium die per dag wordt ingenomen dus minder van belang omdat er jodium aangevoerd wordt via het toegediende schildklierhormoon.
Als de schildklier te hard of te traag werkt, kan je daar zelf weinig aan doen. Je zal hiervoor medicijnen moeten innemen. Zorg dat je daarnaast gezond en gevarieerd eet. Regelmatig bewegen kan helpen om je wat fitter te voelen.
Wat kan je arts doen?
Naar aanleiding van je klachten en de bevindingen bij lichamelijk onderzoek kan er bij je arts een verdenking ontstaan op een slecht werkende schildklier. Via een bloedonderzoek kan hij inzicht krijgen in de oorzaak van de slechte schildklierwerking.Meestal zullen gezwellen van 2 cm reeds voelbaar zijn. Vanaf een 4-tal cm zullen deze dikwijls hinder veroorzaken.
Als hij bij het voelen van je schildklier één of meer knobbels vindt, is een echografie (een onderzoek met geluidsgolven) het eerste onderzoek dat verder nodig is. Met dit onderzoek worden de vormafwijkingen in de schildklier zichtbaar gemaakt en de grootte van de schildklier bepaald. Zo zijn cysten, andere knobbels en verkalkingen gemakkelijk op te sporen.
Is er slechts één zichbaar of voelbaar gezwel dan spreekt met van een enkelvoudige of solitaire nodulus. Het onderscheid tussen vaste en cystische nodule kan gemakkelijk door het echografisch onderzoek gesteld worden.
Zijn er meerdere gezwellen dan spreekt men van een multinodulair struma (goiter). Hier kunnen de vaste gezwellen zeer verschillende grootte hebben en kunnen er zowel vaste als cystische nodulen samen voorkomen.
Een multinodulair struma zonder dominante nodulus hoeft enkel behandeling bij klachten.
Bij een multinodulair struma met dominante nodulus is ook verwijzing nodig voor aanvullende diagnostiek.
Wanneer naar de endocrinoloog?
Bij het vinden van een vaste nodulus evalueert hij aan de hand van een inschatting van het risico op malignitieit de noodzaak tot punctie.Vroeger liet de endocrinoloog standaard een schildklierscan maken om na te gaan of het om een werkende ("warme") of een niet werkende ("koude") nodulus betreft. Dit is een scan waarbij een geringe, veilige hoeveelheid radioactieve slok wordt toegediend om de schildklierwerking in beeld te brengen. Men heeft echter ondervonden dat de bekomen informatie geen meerwaarde biedt op bloedonderzoek gecombineerd met echografie, zodat dit onderzoek nog zelden wordt uitgevoerd.
Als een nodule gepaard gaat met verhoging van schildkliermoon in het bloed, spreekt men niet meer van een warme nodule, maar van een toxisch adenoom. Dit wordt medicamenteus behandeld.
Een vaste nodule kan bij normale schildkierwerking goedaardig, maar ook kwaadaardig zijn. Een fijne naald punctie met cytologisch onderzoek (microscopisch onderzoek van de cellen) kan het onderscheid maken.
Bij een doorsnee patiënt met een normaal werkende, maar knobbelvormende schildklier, is gevaarlijke schildklierkanker echter zeldzaam, in acht nemend het grote aantal vergrote schildklieren en de zeer lage incidentie van schildklierkanker in de bevolking. Daarom is dunne-naaldbiopsie niet routinematig geïndiceerd en bij een nodulus als toevallige vondst zelfs niet aangewezen (tenzij je in een risicogroep valt). Snelgroeiende knobbel en knobbels die een duidelijk vastere consistentie hebben dan de overige dienen wel gebiopteerd te worden.
De meeste van deze schildklierknobbels hoeven niet te worden behandeld. Een jaarlijks controleonderzoek om de evolutie van de nodulus te beoordelen, volstaat. Weet wel dat talrijke goedaardige schildklierknobbels de neiging vertonen om in verloop van tijd traag in volume toe te nemen.
Redenen om de schildklier geheel of gedeeltelijk weg te nemen, kunnen zijn:
• de schildklier produceert te veel hormoon en medicatie kan dit niet voldoende genezen.• de schildklier is zo groot geworden dat ze andere organen (zoals luchtpijp of slokdarm) verdrukt of esthetische bezwaren oplevert.
• een deel van de schildklier vertoont tekenen van ontaarding.
Meer informatie
De schildklier (Wikipedia)De schildklier is het gaspedaal van onze stofwisseling (Plusmagazine)
Schildklierziekte (video Gezondheidsnet)