Wat is de ziekte van Lyme?

De ziekte van Lyme is een infectieziekte die verspreidt door een kiem, via teken. Volgens onderzoek bij boswachters en -arbeiders van de afdeling Bos en Groen van de Vlaamse Gemeenschap is vooral het bosrijke Noord-Limburg een risicogebied, maar ook Antwerpen en Vlaams Brabant. Over de taalgrens ligt het risico nog hoger, wegens het voorkomen van meer bosrijke gebieden, waar veel natuurlijke gastheren leven, zoals bosmuizen, egels, reeën, enz. Teken komen vooral voor in gebieden met veel onderbegroeiing en lang gras. Daar wachten ze op een gastheer die voorbij komt. Die wordt gedetecteerd door een soort warmtesonar. De teek laat zich vallen op de gastheer, en gaat op zoek naar een plek om zich aan de huid te hechten.
De teken zijn echter in opmars, en beperken zich niet meer tot bossen en wouden. Ze kunnen ook voorkomen in onze parken en tuinen. Enige waarschuwingen zijn dan ook op hun plaats.

Teken zijn kleine spinachtigen met 8 pootjes. Ze voeden zich met bloed van warmbloedige dieren. Doorgaans gebeurt dit tussen juni en oktober. Een bloedmaaltijd kan meerdere dagen duren en de teek neemt daarbij sterk in omvang toe. Tijdens die bloedmaaltijd kunnen eventuele ziektekiemen overgebracht worden.

Risico

Meer dan 1 op 10 van de Vlaamse boswachters en -arbeiders in het onderzoek, uitgevoerd in 1997 door het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, werden dagelijks tot wekelijks door een teek gebeten. Dit aantal lag echter zeer laag in de provincies Oost- en West-Vlaanderen en hoger ten oosten van de as Antwerpen-Brussel (het hoogst in Noord-Limburg).

De kans op tekenbeten geldt voor iedereen in bosrijke en landelijke gebieden: wandelaars, tuiniers, kampeerders, spelende kinderen, vissers, mountainbikers, enz. De kans op besmetting moet echter niet overschat worden. Niet alle teken zijn dragers van de bacterie die verantwoordelijk is voor de ziekte van Lyme. Het gevaar dat men via een tekenbeet de ziekte van Lyme of een andere ernstige aandoening kan oplopen, bedraagt in ons land minder dan 5 procent. Als men binnen de 24 uur de teek verwijdert is het risico nog kleiner. Er zijn namelijk sterke aanwijzingen dat teken pas na meerdere uren bloed beginnen zuigen en dat het minstens 24 uur duurt vooraleer eventuele ziektekiemen binnendringen. Het komt er dus op aan de teek zo snel mogelijk te verwijderen.

Ziekteverschijnselen

Een tekenbeet is pijnloos. In ongeveer de helft van de gevallen weet men dan ook niet dat men door een teek is gebeten. Teken zijn klein en vallen nauwelijks op. Een dagelijkse controle is de beste preventieve maatregel en sterk aanbevolen voor mensen die veel in de natuur verblijven. Men weet dan immers met zekerheid dat de teek zich nog geen 24 uur vastgebeten heeft. Vooral de liezen, oksels, knieën, elleboogholten en de hoofdhuid moeten grondig geïnspecteerd worden. Rug en hoofd laat men best door een partner of vriend controleren.

Ziekte van Lyme, veroorzaakt door Borrelia burgdorferi, treedt uitzonderlijk op na de beet van een teek. De ziekte gaat gepaard met zeer uiteenlopende symptomen, naargelang het ziektestadium en de getroffen organen. Het eerste symptoom is doorgaans een rode vlek vanuit de beetplek. De uitslag ontstaat binnen enkele dagen tot één maand na de beet. Hij kan gepaard gaan met een griepachtig syndroom. De uitslag is vrij kenmerkend, maar treedt niet altijd op en is soms zo licht dat hij niet opgemerkt wordt.

Na verspreiding via het bloed en het lymfestelsel kunnen meerdere organen aangetast raken (huid, zenuwstelsel, spieren, gewrichten en zeldzaam ook het hart). Na jaren kan ze tot een chronische aandoening van huid, gewrichten of zenuwstelsel evolueren.