Wat is aangezichtspijn?
De naam aangezichtspijn zegt al waar het om gaat: pijn in het aangezicht. We onderscheiden dit type pijn van meer diffuus over de schedel verspreide pijn, die we hoofdpijn (cephalea) noemen. Bij de klacht "aangezichtspijn" gaat het ook niet om banale oorzaken van een (meestal) kortdurende pijn, zoals bijvoorbeeld bij een verwonding, of een tandabces.We hebben het hier over chronische pijn in het aangezicht, die gelukkig niet zo frequent voorkomt. Bij de meeste aangezichtspijnen zijn de klachten heftig en is er een negatieve invloed op het dagelijks functioneren. Door de vele mogelijke oorzaken is het stellen van een juiste diagnose niet gemakkelijk. Naast neurologische aandoeningen kunnen spanningshoofdpijn, migraine, sinusitis, kaakaandoeningen (bij aandoeningen van het kaakgewricht spreekt men van temporomandibulaire disfunctie) en aandoeningen in de mond eenzijdige pijn veroorzaken.
Hoe herken ik aangezichtspijn?
De voornaamste oorzaak van aangezichtspijn is de trigeminusneuralgie. Dit is pijn over het verloop van de vijfde hersenzenuw, de drielingzenuw of nervus trigeminus. De zenuw wordt zo genoemd omdat hij in drie takken splitst om zo het gevoel in het aangezicht te verzorgen. De oorzaken van trigeminus-neuralgie (ook typische aangezichtspijn genoemd) zijn slecht gekend, maar abnormale druk op de zenuw door een bloedvat, zou vaak een belangrijke rol spelen. Anderen zien het eerder als een soort epilepsie van de zenuw, omwille van het optreden van de pijn in aanvallen.Bij typische aangezichtspijn treden er flitsende, hevige pijnaanvallen op ter hoogte van één helft van het gelaat, meestal bij een wat oudere patiënt. De pijn treedt meestal op aan één wang of onderkaak, waarbij de pijn kan doortrekken tot de neusvleugel of bovenlip. Minder frequent kan er ook pijn optreden rond een oog. Deze aanvallen kunnen ongemeen scherp toeslaan en duren enkele seconden tot een halve minuut. Geleidelijk worden de aanvallen minder hevig en verdwijnen. Meestal is er een klein gebied van huid of slijmvlies dat niet mag worden aangeraakt zonder dat er een typische pijnaanval optreedt: de zogenaamde "triggerpoint". Normale handelingen zoals eten en praten, elke beweging van de kaak is te veel. Scheren is vaak onmogelijk.
Alhoewel dit fenomeen zelden wordt gezien, is het verkrampen van de aangezichtsspieren kenmerkend: de "tic douloureux".
Vaak verdwijnt de trigeminusneuralgie spontaan, op dezelfde mysterieuze manier waarop ze is ontstaan. In andere gevallen is de patiënt maanden of zelfs jarenlang klachtenvrij, om dan plots weer met de zeer hevige pijn geconfronteerd te worden. Vaak worden de klachtenvrije periodes dan steeds korter en neemt de pijn in intensiteit toe.
Bij clusterhoofdpijn zijn er aanvallen van ernstige, strikt unilaterale pijn in of rond de oogkas. De klachten kunnen een kwartier tot uren duren, meermalen per dag, en vergezeld gaan van ipsilaterale conjunctivale injectie en/of tranenvloed, neusverstopping of loopneus.
Clusterhoofdpijn behoort tot de groep van trigeminale autonome cefalalgieën (TAC’s), samen met paroxismale hemicrania en kortdurende unilaterale neuralgiforme hoofdpijnaanvallen met een rood, tranend oog ("short-lasting unilateral neuralgiform headache attacks with conjunctival injection and tearing"; SUNCT). We gaan hier niet dieper in op deze zeldzame pijnsyndromen van onbekende oorsprong. Maar we vermelden ze toch omdat ze vrij goed medicamenteus te behandelen zijn met indometacine.
Een andere, meer gekende oorzaak van aantasting van de aangezichtszenuw is zona. Zona komt frequenter voor op oudere leeftijd. Zo krijgt de helft van de bevolking ouder dan 85 jaar vroeg of laat zona. Als de zona de aangezichtszenuw aantast, is een chronische, moeilijk te behandelen hoofdpijn vaak het gevolg. In dokterstaal spreekt men dan van postherpetische neuralgie.
Wat kan ik zelf doen bij aangezichtspijn?
Meestal denken mensen dat er een uitwendige oorzaak aan de basis ligt van hun pijnprobleem. Pijn kan echter ook door de zenuwen zelf gegenereerd worden. Men noemt dit neuropathische pijn (neuro = zenuw en pathie = afwijking). Bij aangezichtspijn gaat het om deze complexe en vaak moeilijk te behandelen vorm van pijn. Daar waar het bij migraine nog wel eens lukt om met medicijnen een aanval te onderdrukken of uit te stellen, is er bij een aanval van aangezichtspijn niets dat helpt. Klassieke pijnstillers geven weinig of geen verlichting.Het kan helpen om je gezicht met een sjaal te beschermen tegen de kou en probeer ook de gevoelige plek in je gezicht niet aan te raken.
Omdat de oorzaak van de pijn niet gekend is, heb je verder weinig vat op deze aandoening en is dus overleg met je arts zo snel mogelijk aangewezen.
Wat kan je huisarts doen?
Een juiste diagnose is voor een aangepaste behandeling erg belangrijk. De klachten en verschijnselen zijn meestal voldoende specifiek om daarop de diagnose "trigeminusneuralgie" te kunnen stellen.Er zijn echter aandoeningen die soortgelijke klachten kunnen geven, zoals aandoeningen van het gebit en de neusbijholten. De arts zal dus speciale aandacht schenken aan tekenen die pleiten voor een organisch letsel, zoals een aanhoudende pijntoestand, nachtelijke pijnen, optreden van een licht zenuwletsel zoals een verminderde gevoeligheid van het oog. Van in het begin aan beide zijden voorkomen van pijn wijst steeds op een minder banale aandoening. Het voorkomen bij een jonge patiënt zal eventueel aan multipele sclerose doen denken.
Bij clusterhoofdpijn zal je huisarts je naar de neuroloog verwijzen
Nadere diagnostiek, zoals beeldvormende diagnostiek (röntgenfoto's, CT-scan of MRI) is er om in twijfelgevallen andere oorzaken uit te sluiten, omdat die een andere behandeling vereisen.
Als er geen diagnose te stellen is, werd vroeger gesproken van ‘atypische aangezichtspijn’; tegenwoordig heet dit ‘persistent idiopathic facial pain’ (PIFP).
Bij de behandeling bewandelt men verschillende denkpistes.
Behandeling gebeurt met remmers van de zenuwprikkeloverdracht, met als eerste keuze carbamazepine. Deze medicamenteuze behandeling is maatwerk en wordt stapsgewijs opgebouwd.
Controle van de pijn kan zo bij trigeminusneuralgie aanvankelijk worden bereikt bij ongeveer 75% van de patiënten. Andere anti-epileptische middelen zijn minder doeltreffend maar kunnen overwogen worden wanneer carbamazepine niet doeltreffend is of niet verdragen wordt. De pijn verdwijnt hierbij in bijna 90% van de gevallen.
Gezien spontane genezing waarschijnlijk is, dient chirurgische behandeling enkel overwogen te worden wanneer medicamenteuze behandeling faalt.
Er zijn op dit terrein voortdurend nieuwe ontwikkelingen. Een nieuwkomer in de rij is de gammabestraling ("Gamma Knife").
Meer informatie
Werkgroep aangezichtspijn (Nl)Temporomandibulaire disfunctie / problemen met het kaakgewricht
Met trigeminusneuralgie naar de neurochirurg