Concentratiestoornissen 

Concentratie is gerichte aandacht, een specifieke vorm van opmerkzaamheid.
Van belang is in dit verband ook de tijdfactor. Men spreekt van een concentratiestoornis of aandachtstekortstoornis wanneer iemand er niet in slaagt zijn aandacht langere tijd op een en hetzelfde te richten. Hierdoor ondervindt men moeilijkheden om een taak tot een goed einde te brengen. Dit uit zich typisch in leerproblemen, problemen met het werk… De psychologen hebben het begrip "concentratie" trouwens ontleend aan de onderwijspsychologie. Het verwijst daar naar een voorwaarde om optimale denkprestaties te kunnen verrichten.
Lichaam en geest zijn nauw verbonden. In die optiek is de klacht "concentratieprobleem" nauw verbonden met de klacht "vermoeidheid". Moeheid is een bij uitstek "dubbel-zinnige" klacht, die zowel naar lichamelijke afwijkingen als naar psychische reacties kan verwijzen.
Concentratiestoornissen is een vlag die heel vele ladingen dekt. Het is dan ook bijna ondoenbaar om alle mogelijke oorzaken van concentratiestoornissen op te noemen.

In grote lijnen kunnen we de verschillende oorzaken op twee niveaus situeren:
• het niveau stress / psychische problemen: overbelasting, emotionele conflicten, vermoeidheid, angst, depressie;
• het niveau verwardheid / fysieke problemen: doorbloedingsstoornissen van de hersenen, onvoldoende voeding van de hersencellen zoals bij hypoglycemie, beneveling van de hersenen door toxische stoffen en geneesmiddelen die op het zenuwstelsel inwerken, hersenziekten zoals dementie. Bij (sluipende) aantasting van de hersenen gaat het bewustzijn, een hogere hersenfunctie bij uitstek, geleidelijk achteruit. Dit meet men door het testen van aandacht en concentratie.

Hiernaast zijn er nog tal van aandoeningen die men minder gemakkelijk op genoemde twee niveaus kan plaatsen. De meest frequente zijn:
• tekort aan slaap , wat leidt tot vermoeidheid en concentratiestoornissen;
• concentratiestoornissen die ook het belangrijkste kenmerk zijn van andere stoornissen zoals bijvoorbeeld ADHD.

Waar plaats je jouw concentratiestoornis?

Concentratiestoornissen zijn typerend voor onze moderne tijd. Het is een vrij constante klacht bij teveel aan stress. Bij de actieve bevolking is stress de voornaamste oorzaak van concentratiestoornissen.
Concentratieproblemen bij jonge mensen wijzen vaak op emotionele conflicten die eerst moeten opgelost raken. Bij ouderen daarentegen mag men meer beducht zijn voor een lichamelijke oorzaak. Hun grote vrees is dementie. Als ouderen klagen over concentratieproblemen, mag men terecht ook vrezen voor dementie. Het voorkomen van echte dementie (type Alzheimer) verdubbelt bij personen ouder dan 65 jaar immers om de 5 jaar. In de meeste gevallen betreft het echter gewone leeftijdsgebonden vergeetachtigheid.
Dementie begint met een steeds slechter werken van het geheugen. In het geheugen kan niets meer worden opgeslagen, en de inhoud ervan gaat meer en meer verloren. Die geheugenstoornissen hebben allerlei gevolgen, ook voor het gedrag. Het geheugenverlies heeft betrekking op namen (zelfs van familieleden) en op recente of vroegere gebeurtenissen. De concentratiestoornissen komen tot uiting omdat de getroffen persoon het enigszins moeilijk heeft om bijvoorbeeld kleine tests van hoofdrekenen uit te voeren. De patiënt verliest steeds meer voorwerpen en ondervindt moeilijkheden bij het aanleren van nieuwe zaken, zowel op het werk als op reis. Hij kan soms niet uit zijn woorden komen. Angst, prikkelbaarheid en een zekere introvertie zijn tekenen dat de patiënt zich niet goed voelt.
Bij de zonet beschreven zorgwekkende toestand kan het echter ook om het zogenaamd "seniel amnestisch syndroom" gaan. Deze toestand verenigt niet-demente patiënten die lijden aan een verval van de hogere hersenfuncties en die ook problemen vertonen met meer complexe dagelijkse activiteiten. Slechts in 15 tot 25% van de gevallen degenereert deze toestand naar echte dementie.
Nogal wat patiënten worden daardoor ten onrechte als "dement" gestigmatiseerd. Dit risico loopt zeker de depressieve oudere die zich - uit gebrek aan belangstelling voor wat er om hem heen gebeurt - op niets meer kan concentreren. Als niemand de verkeerde diagnose in vraag stelt, krijgen deze patiënten geen geschikte behandeling.

Wanneer moet ik mijn huisarts raadplegen?

Als concentratieproblemen na verloop van tijd niet spontaan verdwijnen en het dagelijks leven stilaan gaan domineren, raadpleeg dan je huisarts. Hij zal eerst trachten uit te maken wat de oorzaak van je concentratieprobleem is.
Het beleid bij stress / psychische problemen is natuurlijk totaal verschillend van het beleid bij fysieke problemen met een weerslag op de hersenen.