Wat betekent een hartritmestoornis?

Een hartritmestoornis is een afwijking in het ritme van de hartslag.
Er kunnen verschillende oorzaken zijn en vaak is de oorzaak niet helemaal duidelijk. Zo kan als je je opwindt je hart eens overslaan (dit noemt men een onschuldige extrasystole) of kan het wat sneller gaan kloppen. Soms is het een aangeboren zwakte van het hart. Soms ook kunnen ritmestoornissen het gevolg zijn van een ziekte, b.v. een te sterk werkende schildklier.

Verder kent men nog de groep hartritmestoornissen door onderbreking in het geleidingssysteem, hartblok genoemd. Hier speelt de leeftijd een grote rol.
De elektrische commandoposten kunnen op de duur wat "verslijten" waardoor het hart met onregelmatige slagen op hol slaat. Dit noemt men voorkamerfibrillatie of nog boezemfibrilleren. Het is de frequentste hartritmestoornis bij bejaarden en komt hoofdzakelijk voor als er ook andere risicofactoren voor hart en bloedvaten aanwezig zijn. Eén op drie patiënten vertoont hierbij geen enkel symptoom en loopt zonder het te beseffen een sterk vergroot risico (vijf keer hoger dan gemiddeld) op een beroerte of trombose.
Hartkloppingen vindt slechts in ongeveer de helft van de gevallen zijn oorsprong in de hartspier zelf.

Wat kan je zelf doen?

Als het geen kwestie is van ouderdom of van een ziekte, is het doorgaans niet zo ernstig als je denkt. Je hart kan echt tegen een stootje. Met slechte leefgewoonten scheppen we zelf echter een ongunstige situatie. Hartritmestoornissen zijn waarschuwingssignalen maar zijn niet noodzakelijk ernstig. Je kan ter zake eenvoudig maatregelen nemen om gezond te leven.

Neem contact op met je huisarts:
Als je voor het eerst hartkloppingen krijgt die niet overgaan als je een paar minuten rustig zit.
Als je opeens een heel onregelmatige hartslag krijgt.

Neem direct contact op met je huisarts:
Als je een pijnlijk, drukkend gevoel in of op de borst heeft dat niet weggaat.
Als je bij de hartkloppingen ook erg benauwd bent.
Als je bij de hartkloppingen ook onrustig of misselijk bent, bleek ziet of zweet.

Wat kan je huisarts doen?

Aan de hand van de omstandigheden van de hartkloppingen en een kort onderzoek, kan je huisarts vaak al opmaken of het om onschuldige hartkloppingen gaat of om een meer ernstige hartritmestoornis.
Indien nodig, verricht hij een bloedonderzoek om bepaalde ziekten (zoals bijvoorbeeld bloedarmoede) uit te sluiten, en enkele bijkomende onderzoeken, zoals:
1) Het hartfilmpje of elektrocardiogram (EKG): dit toestel meet de elektrische stromen in het hart op.
2) Een hartscan: met een Omron-toestel dat je huisarts je meegeeft kan je op het moment van klachten zelf een registratie verrichten gedurende 30 seconden
3) Holter registratie: een soort bandopnemertje dat het elektrocardiogram over een langere periode opneemt (meestal 24 uur). Dit toestel kan je krijgen via het ziekenhuis.

Je huisarts kan je geneesmiddelen geven om je hart weer in zijn normale ritme te krijgen. Meestal zijn deze echter slechts voor ernstige ritmestoornissen nodig. Ze zorgen ervoor dat alleen de normale prikkels uw hartspier bereiken.

Bij een geleidingsstoornis in je hart zal je huisarts je misschien naar de cardioloog verwijzen voor een pacemaker. Een pacemaker of hartstimulator, ook nog gangmaker genoemd, is een elektrisch apparaat dat voorzien is van een batterij. Het apparaatje stimuleert de hartspier als het eigen hartritme tekortschiet. Het wordt onderhuids ingeplant onder het sleutelbeen. Overleg hier ook met je huisarts. Het gebruik van pacemakers in België ligt 25% boven West-Europese gemiddelde. Het is één van de aanwijzingen dat ze vaak gebruikt worden in situaties waarbij niet wetenschappelijk is aangetoond dat ze nut hebben.