Wat is vetlever (leversteatose)?

Leversteatose of lever-vervetting doet zich voor wanneer er zich in de lever te veel vetcellen ophopen. Dat is meestal het gevolg van een verstoorde vet- en suikerstofwisseling in de lever. Het kan ook een uiting zijn van vergiftiging, en meestal is dat dan door alcohol.
Het is geen zeldzaam fenomeen. Naar schatting de helft van de volwassen Belgen kan ermee te maken hebben. Het fenomeen hangt zoals gezegd nauw samen met het toenemend aantal mensen met overgewicht. Vanaf een BMI > 35 heeft quasi iedereen leververvetting.
De aandoening is in een eerste fase vaak niet zichtbaar in bloedtesten, maar het proces van leververvetting kan na verloop van tijd wel tot leverontstekingen of NASH (niet-alcoholische steato-hepatitis) leiden.

Wat zijn de symptomen?

Die zijn er nauwelijks. Leversteatose speelt zich grotendeels onder de radar af, omdat de lever geen symptomen of pijnklachten geeft. De lever moet dus al in zeer ernstige mate zijn aangetast vooraleer u er iets van merkt. Dat maakt leversteatose extra verontrustend. Slechts in 30% van de gevallen is er sprake van een vergrote lever en pijnklachten rechtsboven in de buik. Andere mogelijke symptomen zijn algemene malaise en vermoeidheid. In een vroeg stadium komt leversteatose dan ook doorgaans per toeval aan het licht, bij een algemeen medisch onderzoek.

Wat kan je huisart doen?

De diagnose stellen is omwille van de vage syptomen niet eenvoudig. Als bij een bloedonderzoek afwijkende levertesten aan het licht komen, zal de arts eerst een aantal aandoeningen trachten uit te sluiten. Pas dan zal hij richting leversteatose kijken en met een onderzoek de elasticiteit en verlittekening van de lever laten bepalen. Een leverbiopsie kan definitief uitsluitsel geven.

Grote boosdoener is het lichaamsgewicht. Te veel en te vetrijk eten leidt tot overgewicht. Ook een verhoogde bloeddruk, te veel cholesterol en diabetes werken leversteatose in de hand en versterken elkaar. Andere mogelijke oorzaken van leververvetting zijn langdurig alcoholmisbruik en hepatitis C. De combinatie van zwaarlijvigheid en alcoholproblemen zet de lever extra onder druk en versnelt het steatoseproces. Leververvetting komt dus zelden geïsoleerd voor. Je huisart geeft je meer persoonlijke  informatie.
Daarnaast is er een kleine groep mensen met atypische leversteatose. Zij ontwikkelen toch NASH hoewel ze gezond leven en geen overgewicht, noch een alcoholprobleem hebben. Voor deze groep is er geen therapie voorhanden. Ze kunnen zich enkel goed laten opvolgen door een arts.

We beschikken wel over enkele leverbeschermende planten, zoals de mariadistel.
Er zijn ook (beperkte) aanwijzingen dat trimethylglycine heilzaam is. Deze stof staat meer bekend als betaïne, naar de plant waaruit hij voor het eerst in de 19e eeuw geïsoleerd is: Beta vulgaris, of de suikerbiet. Trimethylglycine is verwant aan choline (trimethylaminoethanol). De functies van trimethylglycine hangen nauw samen met die van choline, foliumzuur, vitamine B12 en S-adenosyl methionine SAMe. Al deze stoffen kunnen namelijk optreden als methyldonor. In laboratoriumstudies is trimethylglycine veelbelovend in de behandeling van non-alcoholische steatohepatitis.  Betaïne vindt men in de voeding vooral tarwe, spinazie, schaaldieren.
Je kan het ook als volgt bestellen:
Betaïne anhydraat poeder (Bonusan, pot 125g)
Dagelijks 1 tot 4 maal daags 2 maatlepels, opgelost in water of vruchtensap opdrinken. Eén afgestreken maatlepel.