Wat zijn schimmelinfecties?

De schimmels (of fungi) vormen een uitgebreide groep levende micro-organismen, die doorgaans tot het plantenrijk gerekend worden. In tegenstelling tot de planten bevatten ze echter geen chlorofyl (bladgroen), zodat ze niet in staat zijn om hun energievoorziening zelf op te bouwen. Die levensnoodzakelijke verbindingen halen ze ofwel uit dode organische stof (dan leven ze als zogenaamde saprofyten - het zijn in die zin de grote schoonmakers van de natuur), ofwel uit levende gastheren (dan leven ze als parasieten).

De schimmels, die verantwoordelijk zijn voor de huidletsels (dermatofyten), hebben een duidelijke voorkeur voor de opperhuid en de huidaanhangsels (haren en nagels). Het bovenste laagje van de huid (de lederhuid) bestaat uit dode cellen, die regelmatig afschilferen en die een beschermingslaag vormen voor de dieper gelegen structuren. Deze schilfers bevatten hoofdzakelijk de chemische stof "keratine", die ook in haren en nagels voorkomt. De dermatofytosen blijven bijna uitsluitend gelokaliseerd in deze keratine-bevattende delen van de huid. Slechts in uitzonderlijke gevallen ziet men uitbreiding naar andere delen.

"Zwembadschimmel", "atleetvoet",... zijn termen die bekend in de oren kunnen klinken, hoewel zij, enigszins verkeerdelijk, de indruk wekken dat schimmelinfecties uitsluitend zouden voorkomen bij sportlui. Niets is echter minder waar. Uit statistieken blijkt immers dat de schimmelaandoeningen in alle lagen van de bevolking voorkomen. Volgens sommige studies zou 30 tot 50% van de West-Europese bevolking een of andere schimmelinfectie hebben. Wel is het zo dat onder de sportbeoefenaars vooral zwemmers aangetast zijn. De redenen daarvoor zullen verder duidelijk worden.
Uit de verschillende onderzoeken blijkt dat het voorkomen van schimmelinfecties van de huid (of dermatofytosen) in stijgende lijn gaat. Voor de huisarts en de huidspecialist is de diagnose en de behandeling van deze aandoeningen een dagelijkse bezigheid geworden.

Verloop van een schimmelinfectie

Hoe wordt men nu door schimmel aangetast? Rechtstreeks contact met besmette personen is eerder zeldzaam. Indirecte besmetting is dus de regel. De grootste bron van besmetting vormt de bodem. En uiteraard is in sportzalen en zwembaden de kans hiertoe bijzonder groot: gemeenschappelijke stortbaden, kleedruimten, enz. Vermelden we hierbij dat schimmels gemakkelijk overleven in vochtig hout (o.a. lattenroosters in douches en kleedkamers). Maar het is niet omdat je met een schimmel in aanraking komt, dat je automatisch wordt besmet. Integendeel.

Belangrijk, en dit vooral met het oog op de preventie, zijn enkele factoren die de schimmelinfectie en groei bij de mens duidelijk bevorderen. In de eerste plaats is dit het zweten: doordat onze voeten gedurende het grootste deel van de dag ingesloten zitten in kousen en schoenen, wordt het zweten bevorderd en de verdamping belemmerd. Vooral nauwe schoenen, schoenen met rubberzool, en moderne synthetische weefsels, die weinig vocht opslorpen, omgeven de huid met warmte en creëren zo een voor de schimmel ideaal milieu van warmte en vochtigheid.

Ten gevolge van regelmatig zwemmen, en ook door het gebruik van gewone zepen (gebruik zo weinig mogelijk zeep, of eventueel een zure zeep), wordt de natuurlijke barrière van de huid aangetast, zodat infectie vergemakkelijkt wordt. Voor de volledigheid moeten we hierbij opmerken dat niet het zwembadwater, maar wel de vloer errond en in de kleedruimten verantwoordelijk is voor de besmetting. Zo zouden volgens sommige studies 80% van de zwemleraars (die vooral rond het zwembad werken) aangetast zijn.

Tenslotte bestaat er waarschijnlijk ook een individueel verschil in aanleg of gevoeligheid voor besmetting. Onze huid produceert stoffen met schimmelwerende werking. Deze zijn voornamelijk in de huidsmeer te vinden. Zeepgebruik heeft hier dan ook een ongunstig effect (zie ook de folder over de gezonde huid).